Navigatie:
Gelezen. Jarenlang had Teunis van der Plas er [in onze Oude Kerk] de Wet gelezen. De overlevering verhaalt dat hij bij elk gebod van de eerste tafel een vuistslag op het hek van de dooptuin gaf, terwijl hij bij de volgende artikelen van Gods wet, waarschuwend de vinger ophief en de overtreders signaleerde.
- J. Belder, ‘De kerk weer in het midden’, in M. Vooijs, J. Blom & G.D. van Kruistum (red.), Vissen in de oude kerk. De Ned. Hervormde Gemeente van Katwijk aan Zee door de eeuwen heen (Katwijk: HGK, 2002), p. 99
Vanuit pastorie Zeezicht.
1. In de Oude en Nieuwe Kerk bevindt zich in het midden van het doophek een voorleesbordje. Vanaf die plaats las vroeger een ouderling de wet. Waarom men daarmee gestopt is, weet ik niet. In Vissen in de oude kerk kon ik er niets over terugvinden. Er zijn binnen de PKN misschien een handvol gemeenten die wet, geloofsbelijdenis en/of Schriftlezing door een andere ambtsdrager dan de predikant laten lezen. Dominee Jongeneel kent het vanuit Arnemuiden en ik ken het vanuit Urk. Soms blijkt ouderwets ook weer nieuwerwets, want in liturgische gemeenten komt men in plaats van een ‘lezer’ ook wel een ‘lector’ tegen. Helaas hebben de lezenaars in onze kerkgebouwen geen vaste geluidsversterking en ik wil de koster ook niet met wekelijks extra werk opzadelen. Maar ondertussen koester ik de stille wens dat we die vuistslagen en waarschuwende vingers van weleer nog eens mogen terugzien. Ik heb een paar ouderlingen met grote handen en een goede stem!
2. In de nacht van woensdag op donderdag was onze lieve Lukas een beetje ziek. In die kleine uurtjes vond hij het nodig om alle pastoriebewoners op de hoogte te stellen van die smartelijke werkelijkheid. Ten einde raad heb ik maar de kinderwagen gepakt, kind ingeladen en met onze jongste spruit om 2 uur ’s nachts een ‘kerkenrondje’ gewandeld: Oude Kerk, Ichthuskerk, Ontmoetingskerk, Pniëlkerk en weer terug naar huis. Zo druk als het overdag is, zo rustig is het ’s nachts. Ik heb meer dieren dan mensen gezien: een konijn, een kikker, een slak, een kat en een rat tegenover slechts twee mensen, in dit geval twee jongemannen in een gestreept trainingspak onder een brug. Tienduizend stappen en anderhalf uur later kwamen we weer thuis. Maar Lukas sliep! De Psalmist heeft het eens uitgeroepen met de nachtwachters: ‘De morgen, ach, wanneer?’ – maar voor mij mocht die morgen nog wel even op zich laten wachten.
3. Afgelopen zaterdag hadden we als broeders kerkenraad en echtgenotes een uitje. Uiteraard bedoeld om de onderlinge band te versterken en te verdiepen. Maar het was ook heel gezellig. We werden rondgeleid door de oude binnenstad van Delft, zowel over de prachtige grachten als door de heggen en steggen. Aangezien het open monumentendag was, konden we ook alle mooie gebouwen van binnen bekijken. In de Oude en Nieuwe Kerk van Delft liggen de grote Hollanders van vroeger te rusten: Willem van Oranje, Piet Hein, Maarten Tromp. Vanuit onze zeer correcte laatmoderne morele hoogten zijn dat natuurlijk geen vaderlandsche helden meer, maar schelmen en barbaren (al komt Willem de Zwijger er geloof ik vooralsnog goed mee weg). Het mocht de pret niet drukken. ’s Avonds was er, als kers op de taart, nog een smakelijk driegangendiner bij onze broeder die door onze kinderen ‘Theo de Schilder’ wordt genoemd. Hulde aan de organisatie en ik ben er dankbaar voor dat we met zo’n kerkenraad een heel seizoen mogen gaan optrekken.
4. De zondag behoort een rustdag te zijn. Ik weet niet hoe andere predikanten dat doen, maar mij lukt het niet altijd om gepaste rust te houden. Afgelopen zondag werd ik ‘s ochtends, net als drie maanden geleden, in het piepkleine dorpje Brandwijk verwacht. Opnieuw werd er het Heilig Avondmaal bediend en aangezien kandidaat Speksnijder daar nog niet bevestigd is, mocht ik de gemeente opnieuw brood en wijn aanreiken. Heel bijzonder. Na afloop moesten we snel de auto weer in, want we hadden ons als gezin aangemeld voor de afscheidsdienst in mijn geboortedorp Oosterwolde van onze plaatsgenoot dominee J.N. Zuijderduijn, die aanstonds vertrekken zal naar Zuilichem. Het was een waardig afscheid na negen jaar trouwe dienst. Een Oosterwoldenaar in Katwijk, dat is wat aparts. Maar een Katwijker in Oosterwolde, dat is ook wat! Zo direct en fel als een Katwijker kan zijn, zo indirect en gesloten is de gemiddelde Oosterwoldenaar. Toch heb ik het idee dat deze kudde haar herder gaandeweg is gaan begrijpen en waarderen, en dat ook deze herder zijn schaapjes beter is gaan leren kennen en aanvoelen. Wat we mochten merken in de afscheidsdienst, op en onder de kansel, is dat ze elkaar in ieder geval hebben lief gekregen.
Met een hartelijke groet vanaf de wurref, ook namens mijn vrouw en ‘de gasten’, uw
Andere meditaties
Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de Profeten.
©2024 Hervormde Gemeente Katwijk aan Zee
Disclaimer Colofon Privacy & cookies
Webontwikkeling: 2nd Chapter