Navigatie:
Gelezen. God haalt de bouwstenen voor Zijn genadepaleis uit de donkere groeve van zondigen en verkeerden, van wie niemand verwachting heeft.
- J. van Sliedregt, Kruis en kroon (Huizen: Bout, 1959), 174
Vanuit Pastorie Zeezicht. Zaterdagmiddag hadden we ineens een huisdier. Daar hadden de kinderen al wel vaker om gevraagd, dus voor hen was het een droom die uitkwam. Maar het dier dat zich had aangediend was niet hun gedroomde hond, kat of cavia. Op de schoorsteenmantel zat een kauwtje met zijn helblauwe oogjes om zich heen te kijken. Kauwen zien we natuurlijk wel vaker vliegen rond het huis, en we voeren ze ook wel eens wat broodkruimels, voor of achter de pastorie. Nu had ik de achterdeur een uurtje open laten staan en meneer of mevrouw Kauw had dat als een uitnodiging beschouwd en het zich vervolgens gemakkelijk gemaakt in huis. Vanuit een pannenkoekplant keek ze nieuwsgierig de kamer in. Wellicht was ze benieuwd of het ons zou lukken om haar het huis uit te krijgen? Uiteindelijk toonde mijn vrouw zich de moedigste van ons tweeën. Ze probeerde het beest te vangen (wat niet lukte) en vervolgens met brede handgebaren door de voordeur te verjagen (wat wel lukte). Uit de achtergebleven verenresten en bruine koekerige vlekken op stoelen, bank, pianokruk en -toetsen bleek dat de kauw zich toch niet zo comfortabel had gevoeld aan deze zijde van het raamkozijn. Ik heb nog druk moeten poetsen om alles voor de zondag weer netjes te krijgen.
Zondag was een Avondmaalszondag en ik had het voorrecht om zowel ’s ochtends als ’s avonds voor te gaan op ons eigen dorp. Het is een grote vreugde om met elkaar te delen in wat de Heere ons aanreikt in brood en wijn. Voor mij als onder-gastheer is het indrukwekkend om zoveel broeders en zusters deel te zien nemen. Veel bekende gezichten, ook weer nieuwe gezichten. Vrienden en vreemden, verenigd door Hem en in Hem. Ik vind het tegelijkertijd ingewikkeld om er ook zoveel te míssen… Van onze duizenden (!) belijdende leden zou je toch hopen dat er vele, vele honderden ten dis (of toch ten minste ter kerke) gingen? Natuurlijk, sommigen konden niet, anderen mochten niet – misschien zaten de andere kerkgebouwen wel stampvol? dat weet je op Katwijk immers nooit – maar velen ook wilden niet. Het is mijn gebed dat de dag spoedig aanbreekt waarop de diakenen brood en wijn te kort komen. Dan zullen we moeten bidden om zowel een wonderbare spijziging als om een wonder van water-in-wijn! En tot die tijd probeer ik dankbaar te zijn voor elke bezette plaats. Ten diepste is immers elke bezette plaats in elke kerk en aan elke Avondmaalstafel al een klein wonder op zich.
Een hartelijke groet vanaf de wurref, ook namens mijn vrouw en de gasten, uw
Andere meditaties
Ik heb hen laten delen in de grootheid die u mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals wij: ik in hen en u in mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat u mij hebt gezonden, en dat u hen liefhad zoals u mij liefhad.
©2024 Hervormde Gemeente Katwijk aan Zee
Disclaimer Colofon Privacy & cookies
Webontwikkeling: 2nd Chapter