Markus vertelt ons dat vrouwen in de vroege ochtend na de sabbat op weg gaan naar het graf waarin Jezus was gelegd. Ze hebben specerijen gekocht en
deze verwerkt tot een zalf die ze op de lijkwade van Jezus zullen strijken. Om zo de geur van de dood zo lang mogelijk bij Jezus’ lichaam weg te houden. Het wordt een indrukwekkende ochtend voor de vrouwen. De eerste verrassing voor de vrouwen is dat de steen die voor de ingang van het graf lag, al was weggerold. Een tweede verrassing volgt al snel: ze worden aangesproken door een jongeman, gekleed in een wit, lang gewaad. Helder klinkt zijn stem: wees niet ontdaan! Deze jongeman geeft ook meteen de reden erbij: U zoekt Jezus, de Nazarener, de Gekruisigde. Hij is opgewekt! Hij is hier niet; zie de plaats waar ze hem gelegd hadden. En, zo zegt hij erbij, zeg tegen zijn discipelen dat Jezus hen voorgaat naar Galilea en dat ze Hem daar zullen zien.
En dan een vreemde reactie van de vrouwen: ze vertelden niemand iets. Want, zo laat Markus ons weten, ze waren bevreesd!
Bevreesd. Gek is dat. De vrouwen hoorden zo’n geweldige boodschap. Die zou je toch aan iedereen willen laten horen?! Je zou toch heel de wereld willen vertellen dat Jezus de dood heeft overwonnen?! ‘Want iedereen moet weten dat Jezus leeft’, zo zingt het bekende kinderliedje.
De vrouwen waren bevreesd. Al snel denk je: ze waren dus bang. Misschien wel voor ongeloof van de kant van de discipelen. Zouden Petrus, Jacobus, Johannes en de andere discipelen zomaar geloven wat zij zouden zeggen? Of zouden ze hen uitlachen om zo’n absurd verhaal? Het kan toch niet: opgestaan uit de dood?! Ik denk dat het evangelie van Markus ons iets anders wil zeggen. Niet dat de vrouwen bang zijn voor ongeloof, of voor veroordelende opmerkingen van anderen. Bevreesd is in de Bijbel juist vaak het woord dat gebruikt wordt om de houding van mensen te tekenen wanneer God zelf zich openbaart.
Als Markus de reactie van de vrouwen tekent nu ze snel naar huis teruggaan, gebruikt hij het woord ‘bevreesd’.Dat woord geeft iets weer van ontzag of huiver voor God. Besef dat je tegenover de grootheid van God, tegenover zijn majesteit, tegenover zijn overwinningsmacht als mens niets voorstelt. Wat is de mens, dat U naar hem omziet, klinkt het in Psalm 8.
Jezus, opgestaan uit de dood. Dan is God zelf hier aanwezig. Stille verwondering, stille aanbidding bij de vrouwen. Verwondering en aanbidding, omdat deze vrouwen hebben gehoord dat Jezus zijn belofte is nagekomen.
Stille verwondering en aanbidding, wanneer je beseft dat Jezus Christus er bewust voor koos om aan het kruis te sterven. Stille verwondering en aanbidding, wanneer je begrijpt dat Jezus Christus de dood heeft overwonnen!
Niets van mij, alles van Hem. Soms zing ik uit volle borst mee: Daar juicht een toon, daar klinkt een stem. Soms kan ik geen woorden vinden. Overweldigd door Gods genade en grootheid.
Geen lied dit jaar met Pasen? Vanuit de stilte van de Paasmorgen klinkt het lied:
Jezus leeft! Nu is de dood
mij de toegang tot het leven.
Troost en kracht in stervensnood
zal de levende mij geven,
Als ik stil Hem toevertrouw:
‘Gij zijt al waar ik op bouw!’
Andere meditaties
Ik heb hen laten delen in de grootheid die u mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals wij: ik in hen en u in mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat u mij hebt gezonden, en dat u hen liefhad zoals u mij liefhad.
©2024 Hervormde Gemeente Katwijk aan Zee
Disclaimer Colofon Privacy & cookies
Webontwikkeling: 2nd Chapter